Ondersteuning.

Op Helder leren we onze leerlingen zo goed mogelijk om te gaan met hun mogelijkheden en beperkingen. De nadruk ligt daarbij op wat ze wél kunnen.

Op onze school staat respect voor anderen voorop; we bieden structuur en duidelijkheid; en we willen direct, eerlijk, en helder communiceren met alle partijen.

Structuur en duidelijkheid
Om onze leerlingen maximale ondersteuning te bieden is het belangrijk dat zij te allen tijde weten wat ze kunnen verwachten, van wie ze dat kunnen verwachten en waar. Dit betekent dat er op Helder:
a) duidelijke regels gelden;
b) duidelijke consequenties aan het overtreden van regels verbonden zijn;
c) rechtvaardig en consequent wordt opgetreden.

Vastpakken en loslaten
Helder is eigenlijk een gewone school die bijzondere leerlingen heeft. Al onze leerlingen hebben een vorm van autisme en/of AD(H)D. Sommigen hebben daarnaast dyslexie of een andere problematiek, waardoor het functioneren op een reguliere middelbare school (nog) niet mogelijk is. Als leerlingen bij ons op school komen, nemen we ze aan de hand. We leren ze wat er van ze verwacht wordt op een middelbare school: Hoe moet ik me gedragen in een klas, hoe vul ik mijn agenda in, hoe moet ik iets leren, aan wie kan ik wát vragen en wanneer, enzovoort?

We bieden structuur, duidelijkheid, rust en tijd om ze te laten wennen, en een gedrag te ontwikkelen waarmee met succes en plezier op school kunnen functioneren. Op Helder is er tijd om dat gedrag te laten beklijven.

Omdat we streven naar volledige participatie binnen het regulier onderwijs neemt de begeleiding elk jaar af. We laten steeds een beetje méér los. Leerlingen krijgen steeds meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en functioneren. Als blijkt dat het voor een leerling nog te vroeg is om die verantwoordelijkheid te nemen, pakken we hem of haar weer even vast en proberen we de leerling op het goede spoor te zetten. Dit ‘vastpakken en loslaten’ is onderdeel van onze filosofie. Het wordt vertaald in de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld:

• Elke schooldag begint met de ‘dagstart’ (tien minuten opstart van de dag). Dat gebeurt onder begeleiding van de eigen mentor, in het eigen stamlokaal. Dankzij de dagstart krijgt de mentor gevoel bij het ‘vastpakken en loslaten’.
• In het eerste leerjaar komen veel leerlingen met een taxi naar school. In het tweede leerjaar neemt dat aantal af en in het derde leerjaar gaan leerlingen in principe zelfstandig naar school.
• In het eerste leerjaar wordt er tijdens de mentorlessen gericht op de leerling zelf. In het tweede leerjaar gaat het over de groep, de directe omgeving, en in het derde leerjaar over de maatschappij.

'Wij zijn druk
bezig met rust.'